Samenvatting
Goudse kaas bevat vooral calcium. Maar is ook rijk aan vitamine A,B en D.
Het begin van kaas is natuurlijk melk. Melk voor Goudse kaas is altijd gepasteuriseerd. Dat betekend dat de melk kort tot het kookpunt wordt gebracht. Vervolgens wordt de bacterie aan de kaas toegevoegd. Vandaag de dag worden die in laboratoriums gemaakt en de officiële naam hier voor is een starter cultuur. Deze cultuur zorgt ervoor dat de eiwitten in de melk veranderen van een vloeibare stof, naar een vaste stof (stolt). Het vocht scheidt zich vervolgens van de vaste stof. Wat overblijft is een dikke massa (wrongel) en het vocht (wei).
Alles samenpersen
Om zoveel mogelijk vocht uit de vaste stof te halen wordt de wrongel in een grote pers gestopt. Deze drukt alles nog eens goed samen zodat de vaste stof zo droog wordt, dat het een korrelige structuur krijgt. De vorm waar de wrongel in wordt samengeperst is belangrijk, want dit wordt ook de uiteindelijke vorm van de kaas.
Zout
Deze vorm wordt vervolgens in een pekelbad gelegd. Dit is zout opgelost in water. Dit is belangrijk om smaak aan de kaas te geven. Een bijkomstig voordeel is dat zout preserveert, en de kaas nu ook langer houdbaar is.
Rust en tijd: de rijping
Vervolgens gaat de kaas de kaashuizen in om te rijpen. De kaasmakers houden de bovenstaande tabel aan om te bepalen wat voor kaas het uiteindelijk wordt. Als u bijvoorbeeld een heel wiel jonge kaas koopt, en deze vervolgens 13 maanden bewaart, dan heeft u zelf gerijpte oude kaas.